Vlaginstructie

Als u de Nederlandse vlag wilt uithangen, kunt u de dagen van de vlaginstructie volgen. Dit hoeft niet, u mag ook op andere dagen de vlag uithangen. De vlaginstructie is een instructie die het gebruik beschrijft van een vlag.

Dagen vlaginstructie
De vlaginstructie houdt in dat de Nederlandse vlag op rijksgebouwen uithangt op de volgende dagen:

  • 27 april: Koningsdag, verjaardag koning Willem-Alexander;
  • 4 mei: Dodenherdenking, vlag halfstok, van 18.00 uur tot zonsondergang;
  • 5 mei: Bevrijdingsdag.

Uithangen en hijsen van de vlag
Een gehesen vlag mag nooit de grond raken of het verkeer hinderen, ook niet als de vlag halfstok hangt. De vlaggenstok moet dus een goede lengte hebben. Vlaggen mogen niet tussen zonsondergang en zonsopgang worden gehesen of blijven hangen. De vlag mag wel blijven hangen als hij zodanig verlicht is dat de kleuren duidelijk te zien zijn.

De vlag halfstok
Als de vlag halfstok moet hangen, wordt de vlag eerst vol gehesen. Daarna wordt de vlag langzaam en statig neergehaald, totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen. Hierna wordt de vlaggenlijn vastgebonden. De vlag wordt niet opgebonden. bij het neerhalen van een halfstok gehesen vlag wordt deze eerst langzaam en statig vol gehesen en vervolgens op dezelfde wijze neergehaald.

De Nederlandse vlag
De Nederlandse vlag is het symbool van eenheid en onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. De vlag moet altijd de ereplaats hebben als deze gebruikt wordt op Nederlands grondgebied. Er zijn geen voorschriften voor de afmeting, maar de lengte moet zicht verhouden tot de breedte als 3:2. De kleuren zijn helder vermiljoen, helder wit en kobaltblauw. Het is niet toegestaan versieringen op de vlag aan te brengen.

Oranje wimpel
Op Koningsdag en op verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis wordt de vlag met de oranje wimpel gehesen.